SE, Assetmanagement en de Marktvisie Gepubliceerd op: 01 oktober 2018

de zaalOp initiatief van NLingenieurs is in 2017 het gesprek met Rijkswaterstaat gestart omtrent de verbinding van Systems Engineering en Assetmanagement in het licht van de Marktvisie.

Doel is om faseoverdracht in de levenscyclus van een project te stroomlijnen (informatie, processen én personen) en beter aan te sluiten op elkaars behoeften. Op donderdag 20 september 2018 was er een gezamenlijke bijeenkomst in dit kader:

Joris Escher (Escher Water Projects) treedt vandaag op als gespreksleider en heet allen welkom namens Rijkswaterstaat en Koninklijke NLingenieurs. We hebben deze bijeenkomst om verbinding te maken tussen System Engineering (SE) en Asset Management (AM). Dit in het licht van de Marktvisie, want we willen de samenwerking tussen deze twee disciplines verbeteren. De vraag die we ons stellen met betrekking hiertoe: waar dromen we van? We zullen na de sprekers uiteen gaan in groepjes om kansen te definiëren. Die kansen delen we in: zij kunnen haalbaar of onhaalbaar zijn, en oud of nieuw. Op deze twee dimensies zullen we ze indelen in kwadranten.

Mervyn Suurmond (Tauw) trapt af. Hij stelt dat het belangrijk is om de drijfveren van anderen te onderkennen. Zijn droom is dat de aanwezigen op zoek gaan naar lerend vermogen in de eigen organisatie, maar vooral ook in de sector. Alleen al in de driehoek SE – AM – Marktvisie kunnen we veel van elkaar leren. Durf dat gesprek buiten je comfortzone aan te gaan!

Ron Beem (RWS) zijn droom is ketenoptimalisatie. De modelmatige SE kan hieraan een goede bijdrage leveren. In de sector hebben we gekeken of er ook internationale benchmarks bestaan en we vonden de CMMI-benchmarks van de Carnegie Mellon Universiteit. Deze zijn vertaald naar de Nederlandse situatie: bedrijven beginnen meestal eerst met goed eisen formuleren onder de knie te krijgen. Daarna volgt de fase om SE in een contractcontext werkend te krijgen: krijg ik mijn eisen ook betaalbaar (verificatie en validatie). Dan komt de fase waar we nu half in zitten: een modelgebaseerde SE: Model Based SE. Na deze derde fase komen nog ketenintegratie en vervolgens ketenoptimalisatie. Dan stellen we het object in de levenscyclus centraal: asset lifecycle management.

Ron denkt dat de ingenieurs in de sector uitstekend in staat zijn om invulling te geven aan dat derde niveau van de CMMI, Model Based SE. Dit is een noodzakelijke stap om ketenoptimalisatie in de sector te kunnen bereiken.

Robert de Roos (topadviseur Techniek van RWS) benadrukt de menskant; zie de onderwerpen van vandaag niet als doel, maar zie ze als middel om samen te werken. Zie SE als een gemeenschappelijke taal in de samenwerking, om elkaar steeds beter te begrijpen.

in gesprekJacolien Eijer (NLingenieurs) staat stil bij het contact als een ‘raar ding’. Het tekenen van het contract is een brute onderbreking van de samenwerking. Haar droom is dat we het contract gaan ‘kantelen’: SE moet op die wijze mee gaan lopen met het contract.

Daan Alsem (RHDHV) benadrukt dat woorden belangrijk zijn. Zo is er een verschil in betekenis tussen ‘object’ en ‘objecttype’. Je moet een beetje moeite doen, maar als je wil vallen dan drempels weg. Van belang is dat we geen nieuwe standaard gaan maken, maar de bestaande standaarden gaan linken. Daarbij moeten we klein starten en de assetinformatie verder verrijken. De presentatie van Daan is hier te downloaden.

Op de vraag van Joris wie het laatste verhaal snappen gaan vier handen de lucht in. Er is dus nog werk aan de winkel.

Tirza Zwanenbeek (RWS) en Peter Bakker (Delta Pi) staan stil bij drie werkwijzen van RWS die samenhangen. AM is de kern en het startpunt ligt in de SE. RAMS is als taal en meetinstrument van belang. Tirza (‘ik ben een AM’er’): ‘SE is voor mij een bouwsteentje in AM’. Zij ziet SE als een methodiek, onder andere door het functioneren als gemeenschappelijke taal. De presentatie van Tirza en Peter is hier te downloaden.

Een voorbeeld dat belangrijk wordt gevonden is het maken van een use-case. Dit vooraf aan het ontwerpen. Hiervoor is het nodig om de gebruiks- en beheersorganisatie heel goed in beeld te hebben. En beheerders  laten meepraten in het ontwerp. ‘Dit is de volgende stap’.

We gaan in groepjes uiteen met de vraag: wat zijn de kansen om de uniforme en consequente toepassing van SE in projecten te verbeteren? Na deze sessie komen we tot de volgende kansen:

1. De assetmanager is de baas.

Het beoogd effect hiervan is dat het belang van gebruik en beheer meer in balans komt. Het projectteam moet hierbij zorgen dat hij de beheerder spreekt. ‘Wees niet bang om met de beheerder aan tafel te gaan’.

2. Breed starten met linked data en oude data beschikbaar maken.

Alle ingredienten om met linked data te gaan werken zijn aanwezig, maar dit wordt nog weinig gedaan. Het is zaak om hiermee te starten. Het beoogd effect is dat voor alle projecten vanaf januari 2019 RWS BIM-data in ontvangst neemt volgens RWS-OTL.

3. Kantelen van het contract met behulp van SE.

Hiermee moeten we aan de slag aan de hand van een pilot. Het beoogd effect is dat de samenwerking weer gaat draaien om de techniek en niet om het contractmanagement.

4. Meer tijd nemen voor de fase-overgang.

Bij bijvoorbeeld het in gebruik nemen van een nieuw vliegtuig wordt er uitgebreid overgedragen en getest, maar bij infra gebeurt dit in één dag. Door meer tijd te nemen voor overdracht is het beoogd effect dat data zorgvuldiger kan worden overgedragen.

5. Van object- naar netwerkdenken.

De Operational Concept Description (OCD) moet op nationaal / netwerkniveau plaatsvinden over beheerorganisaties (Waterschappen/ provincies/ RWS) heen. Het beoogd effect is dat we van ‘objectdenken’ naar ‘systeemdenken’ gaan en daarmee van ‘repareren wat je hebt’ naar ‘functionele prestatieverbetering van het geheel’. Voorbeeld: Moeten we de bestaande gemalen nog vervangen bij een wijziging van het peilbesluit? Het resultaat zal zijn dat we veel budget besparen.

6. SE gebruiken voor het prestatiemanagement van het areaal.

Het beoogd effect is dat er hiermee een eenduidige beschrijving ontstaat van de prestaties die geleverd moeten worden. Die eenduidige beschrijving bestaat onder meer uit: functionele eisen, raakvlakken (op netwerkniveau) en de gewenste prestatie-eisen.

7. Werk met een Rijksingenieursgroep voor alle netwerkopdrachten.

In Denemarken doen 60 IB’s van de overheid samen de opzet van projecten. Doe iets soortgelijks in Nederland. Het beoogd effect is dat hierdoor expertise bijeen wordt gebracht en gezamenlijk ingezet.

Slot

De slotvraag van Joris: spreken we dezelfde taal? De zaal vindt dat er weinig ‘nieuw’ is, dus de vraag komt op waarom we de vandaag benoemde kansen niet gewoon pakken? Want deze kansen zijn haalbaar. Het gevoel van urgentie voor brede toepassing van SE ontbreekt echter bij de sector als geheel en bij bestuurders in het bijzonder. De puzzel is om de kansen onder aandacht te brengen en begrijpelijk te maken, zodat de rest van de sector ziet wat we te bieden hebben. Daarin moeten we investeren! Het verhaal wordt relevant bevonden voor ‘eigenlijk iedereen in de sector’. Voor de ‘lijn’ bij RWS, Waterschappen, IB’s et cetera. Om ons verhaal, ook bij bestuurders, voor het voetlicht te brengen gaan we dit verder uitwerken samen met andere partijen. Dit gaan we over een half jaar plannen.